Voorstel van programma

Vanuit Vlaanderen rijden we via de autosnelwegen naar Bapaume, waar we de autosnelweg verlaten en het slagveld van de strijd in 1916 binnenrijden. Onze eerste halte wordt het Thiepval Memorial to the Missing, dat meer dan 72.000 namen van vermiste Britse soldaten oplijst. Het bijhorende bezoekerscentrum biedt een perfecte inleiding op het verhaal van de 1ste Slag aan de Somme. Vervolgens rijden we naar Beaumont-Hamel voor een bezoek aan één van de meest interessante sites omtrent WO I: het Newfoundland Memorial Park. Hier krijgt u te zien hoe loopgraven werden uitgebouwd en hoe het terrein een bepalende rol kon spelen in een oorlog die door artillerie en mitrailleurs werd gedomineerd. Ook hier is het bezoekerscentrum een bezoekje meer dan waard. Op weg naar Albert houden we nog eventjes halt aan de Lochnagar Crater. Aan het begin van het Britse offensief op 1 juli 1916 werden 19 dieptemijnen tot ontploffing gebracht. De Lochnagar Crater is daarvan de best bewaarde. De site werd opgekocht door de Brit Richard Dunnings, die de krater op die manier heeft bewaard voor de vele toeristen.

 

Voor de lunch trekken we naar Albert, waar een gouden madonna met kind de kerktoren versiert. Het verhaal van de vorige madonna is toch wel een apart verhaal…

 

Na de lunch rijden we naar Delville Wood om er het South African Memorial & Museum te bezoeken. De Zuid-Afrikaanse Brigade hield 6 dagen lang stand in het bos ten westen van Longueval, maar moest de strijd uiteindelijk staken omdat ze omsingeld werden. Slechts een vierde van de troepen keerde terug. Vervolgens rijden we de rivier Somme over en brengen we een bezoek aan het Australian Corps Memorial Park in Le Hamel. Hier legde de Australische generaal John Monash de basis voor de latere tactiek van ‘combined forces’, die zo succesvol zouden worden ingezet tijdens de Geallieerde Eindoffensieven. Even verderop bezoeken we ook het National Australian Memorial te Villers-Bretonneux. Alles Australiërs die in Frankrijk vermist raakten, werden op dit monument vermeld. En natuurlijk is ook het John Monash Centre, dat achter het memoriaal werd uitgebouwd, meer dan de moeite om te bezoeken. Daarna rijden we terug huiswaarts; het einde van het programma is voorzien omstreeks 19u.

​