Wie aan de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog denkt, denkt spontaan aan loopgraven, bunkers en heel veel modder. Maar een oorlog woedt niet alleen aan de frontlijn, ook achter het front valt er heel wat te beleven. Meer nog: het is de logistieke paraatheid die beslist over winst en verlies in de oorlog...

Voorstel van programma

Het leven achter het front heeft de bezoeker heel wat te bieden, ook qua thema's die kunnen worden uitgewerkt. In dit voorstel bieden we een aantal thema's aan, maar elk van deze thema's kan verder worden uitgediept in een specifiek programma. 

​

We starten met een bezoekje aan Poperinge. Op de binnenkoer van het stadhuis vinden we het 'Shot At Dawn Memoriaal', dat ons herinnert aan het feit dat soldaten niet alleen aan het front sneuvelden, maar ook door terechtstelling om het leven kwamen. En de redenen voor de ter dood veroordelingen waren in onze huidige zienswijze vaak belachelijk. Maar Poperinge was voor de Britse soldaten aan het Ieperfront ook 'Petit Paris' waar restaurants en cafés gouden zaken deden. We maken op de Grote Markt o.a. kennis met Eliane 'Ginger' Cossey. Daarna brengen we een bezoek aan Talbot House, waar het museum en het huis zelf ons de tijd van toen doet herbeleven. 

Lunch in Poperinge. 

Na de middag rijden we naar Lyssenthoek Cemetery, na Tyne Cot Cemetery de grootste Britse militaire begraafplaats in Vlaanderen. Lyssenthoek was tijdens WO I een goed uitgebouwd veldhospitaal (door de Britten 'casualty clearing station' genoemd). Op en rond de hoeve van Remi Quaghebeur, gelegen langsheen de voormalige spoorlijn Poperinge - Steenvoorde, werd door Franse troepen als medische hulppost ingericht, maar toen de Britten de sector overnamen, groeide de site uit tot een aaneenschakeling van evacuatiehospitalen. We krijgen er een heel mooi inzicht op hoe de medische evacuatie van gewonden werd georganiseerd. Daarna verder naar het Chinese Labourers Memorial in Busseboom, om het verhaal van de arbeiders achter het front te leren kennen. 

​